donderdag 2 mei 2013

Van Hem wordt getuigd: Gij zijt priester in eeuwigheid naar de ordening van Melchisedek (Hebr. 7)


Numeri 9; Psalm 45; Hooglied 7; Hebreeën 7
In Volume 1 (overdenking voor 13 januari) dachten we na over de plaats van Melchisedek in Genesis en, door vooruit te grijpen, zijn plaats in de rest van de canon.

Hier en Hebreeën 7 kunnen we opnieuw nadenken over Melchisedek, dit keer kijken we hierbij achteruit. Ik zal focussen op enkele scharnierpunten in de gedachtegang in Hebreeën 7:11-28.

(1) In de voorafgaande verzen stelt de auteur dat Melchisedek groter was dan Abraham, en daarom groter dan Abrahams nakomeling Levi (aangezien de vader in de Hebreeuwse cultuur altijd superieur was aan de zoon). Zo was de priester Melchisedek historisch groter dan de priester Levi; in principe is het priesterschap van Melchisedek, als een instituut, superieur aan het Levitische priesterschap.

(2) Wanneer iemand de Oudtestamentische documenten achtereen doorleest, is het opvallend dat verschillende eeuwen na de Mozaïsche wet die Levieten als priesters aanstelde, God in Psalm 110 (Heb 5:6; 7:17, 21) aankondigt dat Hij een messiaanse figuur doet opstaan die priester is voor eeuwig naar de wijze van Melchisedek, niet van Levi (zie Vol. 1, de overdenking voor 17 juni).

(3) In principe kondigt een dergelijke belofte de afschaffing van het Levitische priesterschap aan. Het kan niet blijven. In Psalm 110 kondigt God door David aan dat het Levitische priesterschap vervangen zal worden door het priesterschap van Melchisedek.

(4) Dit betekent op zijn beurt dat er een verandering moet zijn in het wetsverbond dat gegeven werd aan de Sinaï. We zijn soms geneigd te denken dat de Wet in de eerste plaats om ‘moraliteit’ draaide, met een klein beetje religieuze ceremonie en wat andere dingen er bovenop. Indien dit juist zou zijn, dan zou het wetsverbond in grote lijnen onaangetast kunnen blijven wanneer het priesterschap verandert.

Maar dit is niet het argument van de Hebreeënbrief. Hier wordt ons verteld dat het Levitische priesterschap, verre van er maar bij te hangen, precies de basis van de wet was (7:11). Met andere woorden: in zekere zin vormen de ceremoniële functies van de wet de kern van zijn verbondsstructuur.

Dus moet er met de komst van een niet-Levitisch priesterschap ‘noodzakelijk ook een verandering van wet’ volgen (7:12; cf. 7:17-19), d.w.z. van het wetsverbond.

Dit suggereert op zijn beurt dat het niet de functie van de Mozaïsche wet was om een patroon van eredienst en een religieus raamwerk in te stellen dat geldt voor Gods volk voor altijd, maar dat de wet een onderdeel was van een patroon dat vooruitwees naar een nog grotere priester en naar het ultieme verbond.

Onvermijdelijk zijn er punten van continuïteit tussen het verbond van de Sinaï en het nieuwe verbond, maar de fundamentele verandering moet begrepen worden om te zien hoe de Bijbel samenhangt.

(5) Dit leidt naar het prachtige beeld in dit hoofdstuk van de volmaaktheid en finaliteit van Jezus als priester op de wijze van Melchisedek. Denk na over 7:23-25.


Eigen vertaling van de overdenking bij 2 mei uit 'For the Love of God - Volume 2'. Dit is een dagboek door D.A. Carson, uitgegeven in 1999 door Crossway Books. Volumes van het dagboek kunnen in het Engels online gevolgd worden via de blog For the Love of God (The Gospel Coalition). For the Love of God volume II is beschikbaar in pdf-formaat voor gratis download via deze link naar For the Love of God Volume II. Met toestemming overgenomen van Crossway, de uitgeverstak van Good News Publishers, Wheaton, IL 60187, www.crossway.org Rechten Nederlandse vertaling: Jan Leplae – Niets van deze vertaling mag overgenomen worden zonder voorafgaandelijke schriftelijke toestemming.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten