dinsdag 15 februari 2011

Een Bijbels huwelijk is monogaam

Ondanks het onderwijs van Genesis 1-3 dat monogamie een basisonderdeel is van Gods ontwerp voor het huwelijk, laat de geschiedenis van Israël herhaaldelijk voorbeelden zien van polygamie.

Hoewel God zeker de bevoegdheid en de kracht had om meer dan één vrouw te maken voor de man, schiep God bewust alleen Eva en maakte Hij aan Adam zijn plan bekend met de woorden: ‘Zo komt het dat een man (enkelvoud) zich losmaakt van zijn vader en moeder en zich hecht aan zijn vrouw (enkelvoud), met wie hij één lichaam wordt. (Gen.2:24)
Ondanks praktische argumenten dat Gods doel om de aarde te bevolken menselijk gesproken eerder kon bereikt worden indien Adam meerdere vrouwen had gekregen, was het ontwerp van de Schepper eenvoudig en duidelijk: één vrouw voor één man. Dit is de huwelijkswet die bij de schepping gegeven is.

Zoals verwacht kon worden werd Gods ideaal van het monogame huwelijk na de zondeval van de mensheid niet meer consequent hooggehouden. Binnen 6 generaties (Adam was nog maar nauwelijks gestorven) doet de Bijbel verslag dat Lamecht zich twee vrouwen nam (Gen.4:19). Wilde hij in zijn aanmatiging Gods oorspronkelijke zegen verkrijgen (vgl. Gen.1:28) door te vertrouwen op zijn eigen middelen, nl. meerdere vrouwen?
Polygamie was nooit normatief onder de volgelingen van Israëls God, maar de Schrift laat zien dat het veel voorkwam.

Een belangwekkend aantal personen wordt in het OT op dit vlak vermeld, inclusief patriarchen en koningen. Naar de letter gaat het hier om polygynie: een huwelijk met meerdere vrouwen.

Naast Lamecht lees je ook van Abraham, Esau, Jakob, Gideon, Elkana, David, Salomo, Achab, Jojachin, Asschur, Rehabeam, Abia, Joram en Joas.

Hoewel het dus duidelijk is dat in de geschiedenis van Israël verschillende belangrijke personen (godvrezende en andere) zich inlieten met polygamie, geeft het Oude Testament duidelijk de boodschap door dat de praktijk van het hebben van meerdere vrouwen een afwijking was van Gods oorspronkelijke huwelijksplan. Die boodschap blijkt niet enkel uit teksten die polygamie ondubbelzinnig lijken te verbieden (vgl. Deut. 17:17; Lev. 18:18), maar blijkt ook uit de zonde en algemene wanorde die polygamie voortbracht in het leven van hen die het praktiseerden.

Het OT doet bijvoorbeeld verslag van ontwrichtende voortrekkerij in de polygame huwelijken van Jakob, Elkana en Rehabeam. Ook was jaloezie een terugkerend probleem tussen de concurrerende vrouwen van Abraham, Jakob en Elkana. Bovendien vertelt de Schrift dat Salomo’s buitenlandse vrouwen hem ertoe verleidden andere goden te gaan dienen, een schending van het eerste gebod. Davids polygame huwelijken leidden tot incest en moord onder zijn nageslacht.

Kortom: de Bijbel toont duidelijk dat individuen in de geschiedenis van Israël, die Gods ontwerp van het monogame huwelijk lieten vallen en polygamie praktiseerden, daarmee ingingen tegen het plan van de Schepper en uiteindelijk zichzelf schade berokkenden.

De zonde en wanorde waartoe polygamie leidt, versterken het getuigenis van de goedheid van het monogame huwelijk zoals God dat de eerste keer openbaarde in het huwelijk van Adam en Eva in de hof van Eden. Niet alleen wordt nergens in het OT met goedkeuring over polygamie gesproken (zie echter Ex. 21:10-11 en Deut. 21:15-17), ook houden vele passages het monogame huwelijk duidelijk hoog als het blijvende ideaal (bijv. Spr.12:4, 18:22, 19:14, 31:10-31, Ps.128:3, Ez.16:8)


Bovenstaande tekst is een licht geredigeerde versie van een gedeelte uit het standaardwerk 'God, huwelijk en gezin - Het Bijbels fundament' door A.J. Köstenberger en D.W. Jones, uitg. Voorhoeve, pag. 35-37.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten